In Gorkum in het land van Arkel woonde een man die veel last van jicht had. Dikwijls lag hij doodziek op bed. In zijn slaap kreeg hij vaak een visioen dat hij elk jaar op bedevaart naar Sinte Cunera moest gaan en dan zou hij genezen worden. Maar hij schonk niet veel aandacht aan deze visioenen. Op een keer was hij in Bacharach (middeleeuwse handelsstad tussen Mainz en Koblenz) aan de Rijn en daar kreeg hij een ernstige jichtaanval.
Toen riep hij Cunera aan en
beloofde dat hij voor altijd haar
pelgrim zou zijn. Daarna
voelde hij geen pijn meer en
heeft hij ook geen last van
deze ziekte meer gehad. Dit
gebeurde in het jaar 1439.
'Ende hi is weder thuys
ghecomen ende heeft sijn
ghelooften ghedaen (gedaan
wat hij beloofd had) dankende
god ende sinte Kuner'.
[Jicht is een uiterst pijnlijke
ontsteking, meestal in het gewricht
van de grote teen.
Dit wordt veroorzaakt door een
opeenhoping van urinezuurkristallen,
vaak in een gewricht.]
[Om in deze illustratie duidelijk te maken dat hier St Cunera is afgebeeld en niet Maria bijv., wordt de gehele wurgscène weergegeven. Dat is ook het geval op de Rhenense pelgrimstekens.]