Naar de driedelige opbouw te oordelen heeft de Utrechtse Domtoren model gestaan voor het ontwerp. Qua bouwstijl valt de Cuneratoren onder de Nederrijnse Laat-Gotiek. Het is bijzonder dat niet alleen de achtkantige lantaarn van alle zijden doorzichten biedt, maar ook het middendeel een grote ‘transparantie’ vertoont. Ook de diepe nissen in de eerste geleding dragen bij aan de luchtigheid van het geheel. Halfweg in het benedendeel bevindt zich een gevangenis. Deze is echter oorspronkelijk aangelegd als een retraite-cel voor de begijnen van het Agnietenklooster. Achter de galmborden van het middendeel bevond zich tot 1897 de klokkenkamer. Ter hoogte van de galmborden treft men 14 heiligenbeelden aan. Na de brand van 1897 en het bombardement in 1945 was er van de oorspronkelijke exemplaren niet veel meer over: in het Gemeentemuseum kunt u er nog 5 bekijken. De schade aan kerk en toren door de oorlogshandelingen in de meidagen van 1940 was gering, zeker in vergelijking met de binnenstad die bijna geheel verwoest werd. In 1976 zijn er 14 nieuwe beelden van de hand van de Rotterdamse beeldhouwer Meindert de Boer geplaatst. Afgebeeld zijn de vier evangelisten, een madonna, de Utrechtse bisschop David van Bourgondië en enkele apostelen. Volgens een oud volksverhaal zou er op het prestigieuze project van de torenbouw geen zegen rusten. En dat blijkt dan ook uit het feit dat – zodra de toren weer helemaal voltooid is – kerk en stad prompt weer door rampen en ander onheil getroffen worden. Bij de zuider toreningang ontbreekt één steen in de muur: de toren is dus niet helemaal afgebouwd …