In Brittanniƫ woonde een vroom en rijk vorst en die heette Nothus (of Dionotus). Zijn dochter, Ursula, was mooi en verstandig en stond bekend om haar oprechtheid. De (heidense) koning van het land wilde graag dat zijn zoon met Ursula trouwde. Ursula en haar ouders stelden als voorwaarde dat haar aanstaande zich tot het christendom zou bekeren en dat ze eerst op bedevaart naar Rome zouden gaan. De kroonprins ging accoord en liet zich dopen. Ursula stelde een groot reisgezelschap samen: 11.000 maagden (jonge vrouwen). Men wilde per schip oversteken naar Frankrijk, maar een storm dreef de schepen af naar de Nederlandse kust. Toen zeilden ze de Rijn op tot Bazel (onderweg werden ook de steden Tiel en Keulen nog aangedaan) en vervolgens ging men te voet verder naar Rome.
Daar werd het gezelschap hartelijk door paus
Cyriacus ontvangen. Hij was zo onder de indruk van het charisma van Ursula dat hij besloot om het gezelschap op de terugweg te begeleiden en stelde een plaatsvervanger aan. De kardinalen waren daar dermate over ontstemd dat ze de naam Cyriacus uit alle lijsten en archieven zouden hebben gewist. (Daardoor zou Cyriacus nu niet meer terug te vinden zijn in de lijst van pausen.) Alle maagden die nog niet gedoopt waren ontvingen in Rome voor vertrek de doop van Cyriacus. Ook allerlei kerkelijke hoogwaardigheidbekleders sloten zich bij het gezelschap aan, o.a. de bisschop van Basel en meerdere geestelijken en ook vorsten uit Rome. Op de terugweg werd de stad Mainz nog bezocht en bij aankomst in Keulen ging het vreselijk mis: de stad werd op dat moment belegerd door de Hunnen en hun leider Attila eiste Ursula op als zijn vrouw. Uit woede over de weigering van Ursula werd het hele gezelschap op brute wijze uitgemoord.
Na het vertrek van de barbaren hebben de inwoners van Keulen de slachtoffers buiten de stad begraven en bij het grafveld werd een kerk gebouwd.
De moord op de '11.000 maagden' zou in het jaar 453 plaatsgevonden hebben. De feestdag van de heilig verklaarde Ursula en al haar reisgenoten treft u aan op 21 oktober van de heiligenkalender.
In bronnen uit de 7e eeuw wordt deze kerk 'Kirche der heiligen Jungfrauen' genoemd.