een blind geboren kind
[Op 12 juni - de dag van de heiligverklaring van Cunera - werden de relieken in een 'kasse' (schrijn) meegedragen in de grote processie.]
Op de dag van Sinte Cunera in het jaar 1380 was de processie gearriveerd bij de eerste statie (stopplaats) in Elst. Toen stond daar langs de weg een jongetje van een jaar of 12, hij was blind geboren. 'Die vader en moeder leidden hem voor Sinte Kuneren kasse'. Ze zeiden dat ze drie keer in hun slaap de opdracht hadden ontvangen om hun blinde zoon op de dag van Sinte Cunera voor de 'kasse' te brengen. En dat ze dan moesten vragen of de ogen van hun zoon met de worgdoek van Cunera aangeraakt mocht worden en dat het kind dan weer zou kunnen zien.
De ouders richtten hun verzoek aan de heer Niclaes, een Augustijn uit Dordrecht en aan de kerkmeesters en ook aan het stadsbestuur van Rhenen; zij allen waren daar aanwezig.
Alle partijen reageerden eensgezind positief op het verzoek van de ouders. Nadat de worgdoek aan alle omstanders getoond was (zoals te doen gebruikelijk was) werd de doek nogmaals te voorschijn gehaald en tegen de ogen van het kind gehouden. En het blindgeboren kind heeft het zicht in de ogen ontvangen zoals de ouders dat in hun slaap voorzegd was. 'Ende dat kind heeft hem verwondert van die schoonheyt van der werelt' die hij nog nooit aanschouwd had en hij heeft allerlei dingen aangewezen en gevraagd hoe die genoemd werden.
Toen de pelgrims en de ouders van het kind dit wonderlijke mirakel gezien hadden, toen hebben zij God geloofd. 'Ende die ouders hebben voor huer kijnt offerande ghedaen. Ende sy sijn met grooter blijschappen werderom thuys ghereyst.'
Op de dag van Sinte Cunera in het jaar 1380 was de processie gearriveerd bij de eerste statie (stopplaats) in Elst. Toen stond daar langs de weg een jongetje van een jaar of 12, hij was blind geboren. 'Die vader en moeder leidden hem voor Sinte Kuneren kasse'. Ze zeiden dat ze drie keer in hun slaap de opdracht hadden ontvangen om hun blinde zoon op de dag van Sinte Cunera voor de 'kasse' te brengen. En dat ze dan moesten vragen of de ogen van hun zoon met de worgdoek van Cunera aangeraakt mocht worden en dat het kind dan weer zou kunnen zien.
De ouders richtten hun verzoek aan de heer Niclaes, een Augustijn uit Dordrecht en aan de kerkmeesters en ook aan het stadsbestuur van Rhenen; zij allen waren daar aanwezig.
Alle partijen reageerden eensgezind positief op het verzoek van de ouders. Nadat de worgdoek aan alle omstanders getoond was (zoals te doen gebruikelijk was) werd de doek nogmaals te voorschijn gehaald en tegen de ogen van het kind gehouden. En het blindgeboren kind heeft het zicht in de ogen ontvangen zoals de ouders dat in hun slaap voorzegd was. 'Ende dat kind heeft hem verwondert van die schoonheyt van der werelt' die hij nog nooit aanschouwd had en hij heeft allerlei dingen aangewezen en gevraagd hoe die genoemd werden.
Toen de pelgrims en de ouders van het kind dit wonderlijke mirakel gezien hadden, toen hebben zij God geloofd. 'Ende die ouders hebben voor huer kijnt offerande ghedaen. Ende sy sijn met grooter blijschappen werderom thuys ghereyst.'