van een 'peert'
Dit verhaal is gebeurd in de stad Vollenhove in 'dat Oversticht van Utrecht' (in de provincie Overijssel). De drost (soort rechter en bestuurder) van de stad had een prachtige jonge hengst, maar die lag er voor dood bij. De knechten waren al begonnen met het verwijderen van de hoefijzers en een schoenmaker kwam om het vel van het paard af te stropen.
De stalknecht was er zeer verdrietig over en hij herinnerde zich dat Cunera grote wonderen bij paarden gedaan had. Toen riep hij Cunera aan en beloofde om een paard van was te maken en dat in de Cunerakerk in Rhenen te brengen. Direct daarna stond het paard op en was weer gezond. De stalknecht reed op het paard naar de kerk van Rhenen en heeft zijn belofte ingelost. Ook heeft hij de 4 hoefijzers aan de kerk geschonken en die hangen daar nog steeds tot op de dag van vandaag.
De drost (van Vollenhove) heeft 'ghedanct god almachtigh ende der heyliger joncfrou sinte kuneren.'
De stalknecht was er zeer verdrietig over en hij herinnerde zich dat Cunera grote wonderen bij paarden gedaan had. Toen riep hij Cunera aan en beloofde om een paard van was te maken en dat in de Cunerakerk in Rhenen te brengen. Direct daarna stond het paard op en was weer gezond. De stalknecht reed op het paard naar de kerk van Rhenen en heeft zijn belofte ingelost. Ook heeft hij de 4 hoefijzers aan de kerk geschonken en die hangen daar nog steeds tot op de dag van vandaag.
De drost (van Vollenhove) heeft 'ghedanct god almachtigh ende der heyliger joncfrou sinte kuneren.'