RDMZ01_OF-01198_WII.JPG
pelgrimsteken 
Sindsdien zijn duizenden pelgrims zijn op bedevaart naar Rhenen gekomen om de heilige Cunera te eren, haar om hulp te vragen, om te bidden en om Cunera te danken voor de mirakelen (wonderen) die zij verrichtte.
De pelgrims kwamen hoofdzakelijk uit het graafschap Holland, het bisdom Utrecht en het hertogdom Gelre (Gelderland).
De pelgrims schonken niet alleen geld aan de kerk van Rhenen, maar ook offeranden in natura, zoals bakstenen voor de voltooiing van de kerk, wijn 'ende weyt' (tarwe waar brood van gebakken kon worden) en ook wel was (waar men kaarsen van maakte).
De kerk schonk de pelgrim dan vaak een pelgrimsteken, dat als religieus 'souvenir' mee naar huis genomen werd.
In het 2e deel van het boekje uit 1515 staan een 40-tal 'mirakelen' nauwkeurig beschreven.
O.a. over een man met een paard uit 'Jutfaes', een 'joncfrou uit Perthegael', een 'wijf (vrouw) van Montfoert', mensen uit 'Gorckem, Appeldoerne, Tiel, Ziercksee', een 'jonc kint' uit 'Oesterbeke bi Aernhem', Keulen, van de 'Velue, de Betu' enz.