Heiligverklaring
Toen herinnerde hij zich zijn belofte en meerde aan in Rhenen. Het graf van Cunera werd geopend en ruim 360 jaar na de moord vond men haar ongeschonden in het graf met de wurgdoek nog steeds om haar hals.
Vol eerbied nam Willibrord het waardige lichaam uit het graf en onder gezang van priesters droeg hij haar naar een ‘casse’ (schrijn) in de kerk. Cunera werd heilig verklaard. Willibrord stelde twee gedenkdagen in: 28 oktober, de dag van haar lijden en sterven en 12 juni, de dag van haar heiligverklaring.
Ieder die de jaarlijkse feestweek in juni bezocht verkreeg een aflaat (kwijtschelding van boetedoening voor begane zonden) van 11 dagen.
‘Hier eyndet die legende vander heylighermaget Kunera’.
[Jaarlijks werd er in 'Rienen' op de dag van de heiligverklaring een grote processie gehouden en op vier plaatsen was er onderweg een plechtige onderbreking waar de relieken aan de pelgrims getoond werden.
Ook daar vonden wonderbaarlijke 'mirakelen' plaats en deze veroorzaakten een grote naamsbekendheid voor de martelares Cunera.]